25 april De Doorlooptijden Draaien Door (tijdens de Brede Bestuurdersbijeenkomst)
Activiteitendata
Tijdens de Brede Bestuurdersbijeenkomst Strafrechtketen op 25 april 2019 vond een ‘late night show’ plaats over doorlooptijden. Ook schoof de nieuwe programmadirecteur Digitalisering Strafrechtketen aan om zich voor te stellen. Hugo Hillenaar, directeur Directie Strafrechtketen, ontpopte zich als ware talkshowhost.

Bij Hugo Hillenaar aan tafel zaten:
- Roger van den Sigtenhorst, strategisch adviseur Directie Strafrechtketen;
- Yet van Mastrigt, zedenexpert van de politie;
- Willem Jan Struik, teamleider ondermijning Arrondissementsparket Den Haag;
- Ralf van der Pijl, ketenmarinier Ketenpact Oost-Brabant;
- Marc de Barse, programmadirecteur Digitalisering Strafrechtketen.
In een sessie eerder op de dag schoof Vincent Mul, afdelingsvoorzitter strafsector bij het gerechtshof Amsterdam, aan tafel aan in plaats van Willem Jan Struik.
Wat betekent het verkorten van de doorlooptijden in de praktijk?
Van den Sigtenhorst: ‘Er hangt een zweem omheen van snel, snel, snel. Ik ben blij dat professionals het verkorten van de doorlooptijden aangrijpen om het ook te hebben over de kwaliteit van het werk. Elke zaak verdient zijn eigen tempo.'

Waarom is het zo belangrijk?
Van den Sigtenhorst: ‘Sommige zaken zijn niet meer acceptabel. Rond zedenzaken werd de term ‘snapgrens’ geïntroduceerd. Is het nog te snappen dat een slachtoffer van een verkrachting 2 jaar moet wachten voordat de verdachte voor de rechter verschijnt? Wat is nog acceptabel en wat niet?’

Van Mastrigt: ‘Zedenzaken brengen maatschappelijke beroering. Als wij aanbellen verandert de wereld achter de voordeur. Niet alleen voor het slachtoffer, maar ook voor de verdachte die op non-actief wordt gesteld. Vaak gaat het om een bekende. Achter elke zaak zitten ménsen. Dat besef probeer ik te vergroten, in plaats van alleen te hameren op cijfers. Het gaat om bevlogenheid, om bezieling. Slachtoffers zeggen vaak: het wordt zo stil. Bij de overdracht van politie naar OM verdwenen zaken soms een tijdje uit beeld. Dat mag echt niet meer gebeuren.’
Het rapport van Van de Bunt laat zien wat lange doorlooptijden betekenen voor straffen bij ondermijningszaken...
Struik: ‘Ondermijningszaken duren per definitie lang. De recherchecapaciteit bepaalt mede hoelang een zaak duurt. Daarnaast kunnen we wellicht op andere, innovatievere manieren opsporen.’

Wat kunnen we al wel oppakken?
Struik: ‘Wil je snel op zitting? Houd boeven dan binnen. Bij schorsing begint het vertragen, want dan komen er onderzoekswensen en gaat het lang duren. Wat ook zou helpen: probeer officieren langer te binden aan één zaak.’
Waar beginnen jullie als Ketenpact Oost-Brabant om de doorlooptijden te verkorten?
Van der Pijl: ‘Eerst wil ik grip krijgen op het proces. Welke zaken duren maanden, terwijl dat eigenlijk niet hoeft? Daarnaast ga ik bij gesprekspartners ideeën ophalen.’

Je bent voor 1 jaar aangesteld als ketenmarinier. Wat is er na dit jaar klaar?
Van der Pijl: ‘Ik ben nu anderhalve maand bezig. In juni hoop ik te weten waar zich de grootste hiccups bevinden, zodat ik aan bestuurders kan vragen waarop de focus moet liggen. Aan het eind van het jaar hoop ik dat er 2 pilots draaien.’

En wat gaat digitalisering bijdragen?
De Barse: ‘Dat slachtoffers hun zaak niet kunnen volgen is lastig. Ik ga proberen om de systeem- en leefwereld bij elkaar te brengen. Eerst is het nodig om overzichtelijk te maken wat er gebeurt; ICT kan daarbij helpen. Daarna is het zaak om uit te leggen waarom bepaalde zaken gebeuren. Dit soort slagen realiseer je niet in 1,5 jaar, ik verwacht dat ik meerdere jaren als een diesel te werk moet gaan. Maar je komt me ook tegen op plekken waar snelle verbeteringen mogelijk zijn.’