'Als je niet weet waar je aan toe bent, is dat dodelijk voor het rechtsgevoel'

Rianne Letschert, voorzitter van de Commissie Implementatie nieuw Wetboek van Strafvordering, gelooft heilig in de noodzaak van een gemoderniseerd wetboek: als een van de fundamenten van de democratische rechtsstaat en als basis voor nieuw beleid en adequate opsporing en vervolging. 'Het verbaast me dat wij het belang hiervan nog moeten onderstrepen.'

Rianne Letschert

Rianne Letschert zegt het nadrukkelijk: ze gelooft in het nieuwe wetboek. Heilig zelfs. 'Ik geloof in de positieve uitwerking die dit wetboek kan hebben voor alle ketenpartners. Kom mij niet aan met het verhaal dat je als keten elkaar niet kunt vastpakken om hiervan samen een succes te maken.'

De ambtelijke versie van het gemoderniseerde wetboek staat inmiddels enkele maanden online. In de zomer van 2019, toen de commissie van start ging, luidde de opdracht: adviseer over de implementatie van het gemoderniseerde wetboek en breng het maatschappelijk belang voor het voetlicht. Bijna anderhalf jaar later constateert Letschert dat haar commissie meer heeft gedaan dan dat.

Begrip voor zorgen keten

Een belangrijke opdracht van de commissie is adviseren over de invoering van het nieuwe wetboek en een raming overleggen van de kosten. Letschert toont begrip voor de zorgen van de strafrechtketen over de financiën. 'De ketenpartners liggen voortdurend onder vuur. Ze moeten beter en sneller presteren, terwijl ze naar hun idee daar lang niet altijd genoeg financiële middelen voor krijgen. Daar komt het nieuwe Wetboek van Strafvordering nog eens bovenop. Ik heb dus alle begrip voor de roep uit de strafrechtketen om politieke steun en voldoende middelen voor deze operatie. Want dit is niet niks: het gaat om een nieuwe gereedschapskist waar je mee moet gaan werken en waarvoor je al je mensen moet gaan herscholen.'

Samenhang met ICT

Een ander punt dat Letschert en haar commissieleden de afgelopen tijd agendeerden, is de samenhang tussen het gemoderniseerde wetboek en de digitaliseringsagenda van de strafrechtketen. 'Het is natuurlijk enorm ingewikkeld om alle werkprocessen op elkaar af te stemmen en te gaan werken met IT-systemen die op elkaar aansluiten', zegt Letschert. 'Maar als je dat niet doet, haal je niet alle voordelen uit het wetboek. Om de juiste keuzes te maken moeten mensen van de inhoud en van ICT steeds met elkaar in gesprek zijn. Het een kan niet zonder het ander. Als de technici systemen bouwen die niet passen bij wat we in het wetboek hebben neergelegd, bereiken we nooit de synergie die we willen bereiken.'

Themasessies over inhoud

'Wat mij opviel,' zegt Letschert, 'was dat er een breed draagvlak is over de noodzaak om het gemoderniseerde wetboek in te voeren. Daaraan is een heel intensief proces voorafgegaan. Maar tegelijk blijkt dat over een aantal inhoudelijke onderwerpen nog verder moet worden gepraat tussen de ketenpartners. Als commissie hebben we daarom een aantal themasessies georganiseerd, bijvoorbeeld over vormverzuimen, over de procesinleiding en over de beweging naar voren, waarbij alles erop is gericht om een zaak pas inhoudelijk op zitting te behandelen als die daar klaar voor is.'

Goed voor het rechtsgevoel

Met het gemoderniseerde wetboek zijn dan ook veel belangen gediend, is de overtuiging van Letschert: die van de opsporing en vervolging, maar zeker ook van het publiek vertrouwen in de rechtsstaat. 'Het gaat om de rechtsstatelijkheid van het systeem van strafrecht en strafvordering. In aanraking komen met het strafrecht is zo ongeveer het meest ingrijpende dat je kan overkomen, net zo goed voor verdachten als voor slachtoffers en nabestaanden. Het Wetboek van Strafvordering is de gereedschapskist van de partijen die over jou gaan beslissen. In een functionerende democratische rechtsstaat moet jij in één toegankelijk document kunnen vinden wat je te wachten staat en wat je rechten en plichten zijn, maar nu is dat niet zo. En als jij niet weet waar je aan toe bent, is heeft dat grote impact op je rechtsgevoel. De manier waarop je wordt bejegend tijdens een proces is een grote factor in jouw tevredenheid over dat proces - dat geldt net zo goed voor verdachten als voor slachtoffers en wordt door onderzoek keer op keer bevestigd.'

Fundament voor beleid

Minstens zo belangrijk vindt Letschert het gemoderniseerde wetboek als fundament voor beleid. 'Het nieuwe beleid dat in de loop van de afgelopen decennia is gestapeld, landt nu steeds meer op drijfzand. Het Wetboek van Strafvordering is de basis en die is steeds meer aan het verzwakken. Na bijna honderd jaar was het dus de hoogste tijd om met de hele keten na te denken: wat zijn nou de belangrijkste ontwikkelingen van de afgelopen decennia die we verankerd willen zien in één wetboek, welke innovaties willen we daarop toepassen en hoe zorgen we nou dat we in een wereld die heel snel digitaliseert een wetboek maken dat techniekonafhankelijk is, zodat we niet continu nieuwe mouwen aan de trui moeten breien.'

Letschert vergelijkt het nieuwe wetboek vaak met het onderhoud aan dijken, bruggen en wegen. 'Als we daar steken laten vallen en er stort een brug in, staat heel Nederland in brand. Voor de juridische werkelijkheid is dit een vergelijkbare operatie. In de gesprekken die ik daarover voer, voelt het soms alsof ik een keuken aan het verkopen ben. Maar kom op: we hebben nu een wetboek van een eeuw oud dat ons de tools moet aanreiken om digitale criminaliteit en ondermijning aan te pakken. Zelfs mijn oma snapt dat dat niet werkt. Het heeft me het afgelopen jaar soms verbaasd dat wij het belang daarvan nog moeten onderstrepen.'

Het nieuwe Wetboek van Strafvordering is in mijn optiek hartstikke nodig. Ik vergelijk het altijd met het bijhouden en bijwerken van onze dijken, onze wegen en onze bruggen. Het legt het fundament onder onze rechtsstaat en dat is met name voor die mensen die in aanraking komen met het strafrecht enorm belangrijk. Dan denk ik aan de verdachten en de slachtoffers die rechtszekerheid verdienen, en dat biedt dit nieuwe wetboek. Ook voor de keten zelf kan het de broodnodige kwaliteitsslag gaan geven. Denk aan het onderwerp van de doorlooptijden waar we al jaren met elkaar over spreken. Door betere ketensamenwerking en betere informatievoorziening, en de werkprocessen daaronder, kunnen we uiteindelijk met elkaar daar iets aan gaan doen. Ik ben inmiddels al twintig jaar bezig met het recht, en het is mijn heilige overtuiging dat we dit nieuwe wetboek echt absoluut nodig hebben.