'Met zijn allen zorgen dat het strafproces minder lang wordt'

Modernisering van het Wetboek van Strafvordering draait om het borgen van de rechtsstaat, zegt Bert Langerak, directeur opsporing van de FIOD. Voordelen ziet hij op veel punten: helderheid over wat mag en wat niet mag, betere dossiers en minder kans op fouten. Maar Langerak hoopt ook op kortere doorlooptijden, mede in het belang van de verdachte.

Langerak

'Eigenlijk is het heel simpel', zegt Langerak. 'Modernisering van het Wetboek van Strafvordering draait om het borgen van de rechtsstaat. Het gaat erom dat alle burgers en bedrijven in Nederland met een goed gevoel kunnen slapen, weten dat ze door de overheid netjes worden behandeld en dat hun rechten en plichten netjes staan opgeschreven. Ik ben blij dat ik leef in een rechtsstaat waar we dat netjes hebben geregeld, zowel vanuit het belang van de opsporing als dat van de verdachte. Dat moet je goed borgen in ons democratisch bestel. Dat is de investering meer dan waard. En bedenk: met het huidige wetboek hebben we zo'n honderd jaar gedaan, dus als je die investering uitsmeert over zo'n periode valt het eigenlijk reuze mee.'

'Niet meer aangesloten'

Langerak is blij met de aanstaande modernisering van het Wetboek van Strafvordering. 'En collega's bij de FIOD met mij. De wereld is de afgelopen honderd jaar veranderd en die verandering gaat steeds sneller. Wij waren eigenlijk niet meer aangesloten op de digitale wereld en de cloud. Als je een complex digitaal onderzoek wilt oppakken, gaat dat nu gepaard met heel veel zoeken, jurisprudentie raadplegen en kijken wat mogelijk is. Die afhankelijkheid moet je eigenlijk niet hebben. Een van de mooie dingen van het nieuwe wetboek is dat het techniekonafhankelijk is, zodat je kunt mee ontwikkelen. Ik weet niet wat er over drie jaar in plaats is gekomen van de smartphone of de tablet.'

Ook het codificeren van rechtspraak in het nieuwe wetboek vindt Langerak een belangrijke stap. 'Ook op die manier borg je de rechtsstaat, door belangrijke uitspraken een plek te geven in de wet. Dat is al die jaren niet gebeurd, daar zijn we een beetje slordig in geweest. Als er teveel geeltjes in je boek zitten, moet je het een keer anders gaan doen.'

Betere dossiers

Ook belangrijk is dat de inhoudelijke voorbereiding van de strafzitting meer naar voren wordt gehaald, zegt Langerak. 'Daar worden onze dossiers beter van, denk ik. Nu heb je vaak voor je gevoel het dossier klaar, komt er na een bepaalde periode een regiezitting en moet je bepaalde dingen opnieuw gaan doen. Het is makkelijker je werk in één keer af te maken. Een ander voordeel is de digitalisering van de hele strafrechtketen. Nu maken wij een dossier, dat moet een aantal malen worden gekopieerd, er wordt eens een bladzijde dubbel gekopieerd of vergeten. We zitten volop in de transitie naar digitaal, en het nieuwe wetboek gaat daarbij helpen. Digitaal is de kans op fouten een stuk kleiner.'

'Baat bij snelle duidelijkheid'

Langerak hoopt dat het gemoderniseerde wetboek gaat bijdragen aan kortere doorlooptijden in de strafrechtketen. 'Natuurlijk is dat voor onze eigen bedrijfsvoering prettig, maar, het klinkt misschien gek, het is in het belang van iedereen. Als je straf krijgt, is het prettig als dat snel gebeurt. Omdat we het belangrijk vonden te weten wat de impact is van ons eigen handelen, hebben we een aantal malen ex-verdachten in onze strafzaken uitgenodigd om met ons in gesprek te gaan. Daaruit kwam heel duidelijk terug dat mensen het veel te lang vinden duren. We hebben zaken die pas na zeven jaar leiden tot een veroordeling. Natuurlijk moet het rechtsproces de ruimte krijgen, maar bedrijven én natuurlijke personen hebben baat bij snelle duidelijkheid. Je leeft die hele periode in onzekerheid. Moet je je voorstellen, zeven jaar onzekerheid, wat dat met je doet. Elke dag sta je ermee op en ga je ermee naar bed. Het is bijna een ethische vraag: kun je dat mensen wel aandoen? Dat voelt ook als een soort straf. Mensen zeggen: ik had misschien liever een jaar langer gevangenisstraf gehad, maar de helft van mijn doorlooptijd. Met zijn allen kunnen we zorgen dat zo'n proces minder lang wordt.'

Het verkorten van doorlooptijden is van groot belang. Vanuit onszelf, vanuit de FIOD is dat van belang, bedrijfseconomisch. Maar wat ook interessant is met het verkorten van doorlooptijden vanuit die wetgeving is het effect dat het heeft op de verdachte. Wij hebben zelf een aantal sessies gedaan binnen de FIOD en met verdachten gesproken en dan merk je gewoon: hoe langer het duurt tot er duidelijkheid komt, dat dat ook een effect heeft op mensen. Dat het een onbestemd gevoel geeft en dat het bijna een ethische discussie is: in een rechtsstaat zoals Nederland is, kunnen we het mensen aandoen, ondanks alle processen die zich afspelen met advocatuur en dat soort dingen, om zo lang op hun uitspraak te moeten wachten?