Eerste strafzaken met audiovisueel materiaal volgens nieuwe wetgeving behandeld

De Innovatiewet Strafvordering biedt de mogelijkheid om in een beperkt aantal strafzaken camerabeelden als zelfstandig bewijsmiddel aan te merken. De eerste strafzaken in eerste aanleg zijn, dankzij goede en constructieve samenwerking tussen alle ketenpartners ook op het op het gebied van IV, onlangs volgens de nieuwe regeling door de keten gegaan. In de rechtbanken Overijssel en Noord-Holland zijn deze zaken inhoudelijk op zitting behandeld en tot uitspraak gekomen.

Toetsen in de praktijk

Ter voorbereiding op de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering hebben verschillende strafketenorganisaties aangedrongen op de mogelijkheid om een aantal nieuwe regelingen in het wetboek vooraf in de praktijk te testen. Daarvoor is de Innovatiewet Strafvordering gemaakt, die op 1 oktober 2022 in werking is getreden. Deze wet maakt een vijftal pilots mogelijk. Het doel van de pilots is  onder andere om te onderzoeken of de nieuwe wetgeving voor alle partijen in het strafproces bijdraagt aan de kwaliteit van het strafproces en wat de effecten op de werklast in de keten zijn. 

Beveiligingscamera op straat

Pilot Audiovisuele verslaglegging

Eén van de pilots is de pilot audiovisuele verslaglegging (AVR). In deze pilot experimenteren ketenpartners met een nieuwe regeling die bepaalt dat een audiovisuele opname (camerabeelden van het strafbare feit en van verdachtenverhoren) kan gelden als vervanging van een schriftelijk proces-verbaal en als zelfstandig bewijsmiddel.

Vooraf inzicht

Op dit moment zijn er op beide rechtbanken acht zaken die zich in verschillende fases van het proces bevinden. Daarom is het nog te vroeg om inhoudelijke conclusies te trekken over hoe de nieuwe regeling voor alle partijen in de strafrechtketen uitpakt. Het nut en de noodzaak van het houden van een pilot bewijst zich al wel. Meestal wordt een wet ingevoerd en is daarna in de praktijk pas zichtbaar hoe het uitpakt. Met de pilots wordt aan de voorkant al inzichtelijk wat de gevolgen van bepaalde wijzigingen zijn. Vervolgens wordt gekeken  of de nieuwe wet goed uitvoerbaar is of dat er nog aanpassingen moeten worden gedaan.

Evaluatie

De pilots hebben een looptijd van twee jaar. Het is de ambitie om in deze AVR-pilot in totaal 60 zaken in eerste aanleg volgens de nieuwe wetgeving te behandelen. De verwachting is dat in een aantal van die zaken hoger beroep is ingesteld. Deze zaken worden door het gerechtshof conform de nieuwe werkwijze behandeld.

De pilots worden door het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie en Veiligheid (WODC) geëvalueerd. Met de uitkomsten kan waar dat nodig is rekening worden gehouden bij de verdere uitwerking van de wetgeving via een aanvullingswet en bij de inrichting van de (nieuwe) werkprocessen voor deze onderwerpen.