Meer focus aanbrengen en eerder keuzes maken: dit zijn de lessen uit de Leertafel Zedenzaken

Wat kunnen we als ketenpartners leren van elkaar, aan de hand van reeds afgesloten zedenzaken? Om deze vraag te beantwoorden, startten politie, Openbaar Ministerie (OM) en de rechtspraak eind 2024 in Oost-Brabant de Leertafel Zedenzaken. Tijdens twee bijeenkomsten bespraken zij verschillende dossiers met elkaar. Het doel: het proces verbeteren en daarmee de doorlooptijden in zedenzaken verkorten.

Onder andere Hugo Storij, senior officier van justitie in Den Bosch, en Stephie Wiering, operationeel specialist zeden bij de politie Oost-Brabant, namen deel aan de pilot. Zij vertellen in dit artikel wat er tijdens de Leertafel besproken werd en welke lessen de pilot heeft opgeleverd. Samen met senior beleidsadviseur Aart-Jan den Besten (Directie Strafrechtketen), die het proces begeleidde.

De verdieping opzoeken

De Leertafel Zedenzaken is door de directie Strafrechtketen opgezet vanuit het Actieplan Versterken ketenaanpak zedenzaken. Dit actieplan is in 2022 opgesteld door verschillende organisaties binnen de strafrechtketen om slachtoffers van zedenzaken sneller en betekenisvoller te helpen en zo de doorlooptijden van deze zaken te verkorten. Het idee achter de Leertafel sluit hierbij aan. Binnen de keten functioneren organisaties naast elkaar, maar spreken zij mogelijk te weinig met elkaar. Om allerlei redenen.

Foto van Aart-Jan den Besten
Aart-Jan den Besten

De Leertafel maakt het mogelijk om met concrete casussen de verdieping op te zoeken en verbeterpunten binnen de keten te identificeren. Door van elkaar te leren, vertelt Aart-Jan. Wanneer je alle partijen bij elkaar brengt en zij zich samen buigen over de gezette stappen in een zaak, kun je waardevolle inzichten opdoen. Door met een andere blik te kijken naar dossiers, kijk je naar hoe het anders had gekund.” Zo kunnen ketenpartners zaakprocessen optimaliseren en de kwaliteit van hun dienstverlening verbeteren.

Concrete knelpunten

De Leertafel in Oost-Brabant begon met een kick-off waar de deelnemende ketenpartners ieder een presentatie gaven over hoe het zaakproces binnen de eigen organisatie verloopt: van het moment dat een zaak binnenkomt bij de politie tot en met de zitting bij de rechtbank. Dit leverde meteen een levendig én nuttig gesprek op over concrete knelpunten. Zo werd het tekort aan zittingsruimte voor zedenzaken bij de rechtbank aangehaald, en opgepakt. Hugo: “Met de teamvoorzitter van de rechtbank, die ook aanwezig was, konden we direct afspraken maken.”

“We deelden wat ons opviel, ieder vanuit zijn of haar eigen organisatie en expertise.”

Stap voor stap ontleden

Tijdens de twee opvolgende bijeenkomsten bespraken de deelnemers acht afgeronde strafzaken, die eindigden in vrijspraak. Zaken die om veel capaciteit vroegen, maar niet tot een veroordeling leidden. Iedere zaak werd stap voor stap ontleed en besproken. Aart-Jan: “Van tevoren nam iedereen de zaken door. Tijdens de bijeenkomsten liepen we er met elkaar doorheen en deelden we wat ons opviel, ieder vanuit zijn of haar eigen organisatie en expertise.”

Foto van Stephie Wiering
Stephie Wiering

Zo bespraken de deelnemers of zaken wellicht eerder in het proces anders afgewogen of afgehandeld hadden kunnen worden. Namens de politie keek Stephie naar de rol die getuigen speelden in de zaken. “Ik keek bijvoorbeeld naar hoe zij hadden bijgedragen aan bewijs, en of we als politie iets hebben gemist in de vier elementen van een strafbaar feit [menselijke gedraging, wettelijke delictsomschrijving, wederrechtelijkheid en schuld, red.]. Daarnaast hadden we goede discussies over of een zaak wel naar een meervoudige kamer had gemoeten, of de zaak op een andere manier sneller had kunnen worden afgedaan.”

Afpellen, inzoomen, leren

Zo werd een zaak besproken waar een reclasseringsrapport stelde dat de verdachte had aangegeven open te staan voor herstelbemiddeling. Hier is in de zaak verder niets mee gedaan. Daar moet je als keten beter op letten”, aldus Aart-Jan.

In een zaak over langdurig misbruik bleek lastig te bewijzen dat het misbruik al begon toen het slachtoffer minderjarig was. “Op operationeel niveau hebben we hier veel van geleerd”, vertelt Stephie. “Bij sommige zaken konden we niet goed begrijpen waarom het eindigde in vrijspraak. Dit was ook bij deze zaak het geval. Als je dan hoort hoe de rechtbank dat helemaal afpelt of hoe een officier ernaar kijkt, ontstaat er meer begrip. En daar leren we weer van. Zo zullen we een volgende keer, bij een soortgelijke zaak, meer naar andere elementen in de strafbare artikelen moeten kijken wanneer een bepaald hoofdelement niet bewezen kan worden. Dat weten we wel, maar door het met elkaar zo af te pellen, word je je daar weer bewust van.”

“Daarnaast hebben we geleerd dat politie en OM aan de voorkant nog beter na kunnen denken over de specifieke strafbare feiten waar we voor willen gaan”, vervolgt Stephie. “Dit doen we al in de plannen van aanpak, maar dit blijft vaak heel globaal. Als het bijvoorbeeld gaat om verkrachting, spreken we af dat we ons daarop focussen. Terwijl we met elkaar juist meer moeten inzoomen op de details die nodig zijn om de zaak tot een goed einde te brengen.”

“Het was goed om te zien dat een rechtbank er op dezelfde manier naar kijkt. Dat deze werkwijze, die wij samen met de politie hanteren, wordt begrepen.”

Terugkoppeling tussen ketenpartners

In een andere zaak waren drie getuigen gehoord over hetzelfde feit. Hierbij gaf de rechtspraak aan dat twee verklaringen ook voldoende zouden zijn geweest. Hugo: Dit soort afwegingen maken wij ook dagelijks in ons werk: gaan we iemand wel of niet horen? Het was dan ook goed om te zien dat een rechtbank er op dezelfde manier naar kijkt. Dat deze werkwijze, die wij samen met de politie hanteren, wordt begrepen. Als een steuntje in de rug. Dat de rechter niet altijd denkt: meer is beter. Op een gegeven moment is het gewoon genoeg.”

Foto van Hugo Storij
Hugo Storij

Ook bespraken de deelnemers dat het belangrijk is om vonnissen en verweer van de advocatuur terug te koppelen aan de rechercheurs die de zaak hebben behandeld. Er zijn concrete afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat dit sneller en vaker gebeurt. Het ontvangen van vonnissen draagt immers bij aan de betrokkenheid, motivatie en aan het leren. Hugo: Een strafzaak is één zaak, die steeds door andere handen gaat: van politie naar OM, naar rechtbank. Door vonnissen en uitspraken sneller terug te koppelen aan de politie, maken we de keten weer meer één geheel. Dat schiet er in de praktijk nog weleens bij in, maar het is ontzettend belangrijk.”

De kracht van de Leertafel

Tot slot ligt de kracht van de Leertafel wat Aart-Jan betreft ook in het gesprek zelf:Je ziet elkaar weer en krijgt inzicht in elkaars werkwijze. Hierdoor vind je elkaar beter en kunnen oude afspraken herleven.” Hier zijn Stephie en Hugo het mee eens. Hugo: “Het is belangrijk dat je even uit de waan van de dag stapt en met afstand naar je zaken kijkt. Daar is de Leertafel een mooi middel voor.”

Ook gebruik maken van de Leertafel?

De directie Strafrechtketen biedt de Leertafel in Zedenzaken als format aan voor alle arrondissementen in Nederland. Om je op weg te helpen, zijn er verschillende documenten die je eenvoudig kunt aanpassen en gebruiken voor jouw regio. De documenten zijn geanonimiseerd en aangepast op basis van de lessen uit Oost-Brabant, waardoor je er direct mee aan de slag kunt. Dit kan zelfstandig, of met begeleiding van Aart-Jan. Meer informatie over de Leertafel en hoe je hier zelf mee aan de slag kunt, vind je op deze pagina op strafrechtketen.nl.