Van praten naar actie

Na een muzikale intro is de Nationale Ketenbriefing gestart en heet voorzitter Peter Pulles (rechtbank Limburg) iedereen via MS Teams van harte welkom. Vanwege de aangescherpte coronamaatregelen is het toch weer een digitale samenkomst in plaats van de geplande fysieke bijeenkomst. Belangrijke onderwerpen: het Actieplan voor de strafrechtketen, snelrecht en supersnelrecht en het versterken van de landelijke en regionale samenwerking.

Afbeelding Nationale Ketenbriefing 22 november 2021

Een introductiefilmpje met recente actuele gebeurtenissen maakt meteen de relevantie en urgentie van het werk van de strafrechtketen duidelijk. We zien journaalbeelden en passages uit nieuwsprogramma’s over onder meer de bedreiging van Mark Rutte, de aanslag op Peter R. de Vries, relschoppers bij NEC-Vitesse en hackaanvallen op de MediaMarkt. De rellen in Rotterdam van afgelopen weekend, zitten daar nog niet eens bij vult Peter Pulles aan. “We zien hier hoe groot de maatschappelijke en politieke druk is om te presenteren met tijdig en zorgvuldige rechtspraak en met tijdige en zorgvuldige opsporing. De vraag is: kan dit met snelrecht en supersnelrecht?” Het zal een veel gestelde vraag zijn tijdens de bijeenkomst.

Innovatie van het wetboek van strafrecht

Maar eerst worden we bijgepraat over de stand van zaken rond de Innovatiewet Strafvordering. Er is het voornemen om in 2022 met een aantal pilots te starten. Op dit moment werken verschillende partijen aan een Algemene Maatregel van Bestuur waarin de locaties van de pilots worden vastgelegd. Monique Mos begint – als het kabinet groen licht geven met betrekking tot de voorbereidingen - in januari als Kwartiermaker Implementatie nieuw Wetboek van Strafvordering. Pulles: “Zij heeft veel ervaring met het leiden van grote projecten in een bestuurlijk lastige omgeving, waarbij meerdere ketenpartners zijn betrokken.”

Stand van zaken coronamaatregelen

Roger van Sigtenhorst (directie Strafrechtketen) praat ons vervolgens bij over de coronamaatregelen: welk effect heeft de coronapandemie op de strafrechtketen? Van Sigtenhorst neemt ons even terug naar het begin van de coronacrisis, maart 2020, en de uitdagingen waarmee de keten toen te maken had. “Er waren een aantal probleemgebieden. Denk aan de capaciteit bij de politie vanwege de inzet met betrekking tot handhaving van maatregelen, zittingscapaciteit bij rechtbanken, besmettingsrisico in detentie. Er werden meteen een aantal innovatieve middelen ontwikkeld zoals telehoren en spoedwetgeving.”

Een sprong in de tijd: Van Sigtenhorst vertelt waar we nu staan. “De voorraad bij de politie is sterk gedaald, maar we zien een verschuiving naar digitale criminaliteit. En er zijn zorgen over de toekomst, bijvoorbeeld over de toename van complexe zaken op zitting.” Een brief met de actuele stand van zaken rond het terugdringen van voorraden is vrijdag 19 november naar de Tweede Kamer gestuurd. Conclusie is dat de keten nog steeds te kampen heeft met een voorraadprobleem. “We moeten hier het gesprek over blijven voeren en we moeten ook zeker onze ogen niet sluiten voor innovatieve kennis die we mede in coronatijd hebben opgedaan, zoals het veelvuldig gebruik van telehoren”, besluit Van Sigtenhorst zijn verhaal.

De prestatieafspraken: stand van zaken doorlooptijden

Tijd voor het volgende onderdeel: de prestatieafspraken. “Niet zo’n sympathiek woord, en we zitten hier ook niet vanwege de cijfertjes in Excel-bestanden, maar ten behoeve van de maatschappij”, leidt Pulles het onderdeel in. Aan Michiel de Ridder het woord om als nieuwe directeur Strafrechtketen ons bij te praten over de laatste stand van zaken, na een korte introductie: “Hugo Hillenaar beschreef de functie als ‘het nationale oliemannetje’ dat ervoor zorgt dat partijen in de keten goed met elkaar samenwerken. Ik ga er mijn best voor doen.”

Over naar de doorlooptijden. Wat valt op? “De normen die ooit voor zeven zaakstromen zijn vastgesteld worden over de gehele linie (op 1 na) niet gehaald. Alleen de doorlooptijden bij verkeer worden gehaald. Kortom: er zit een groot verschil tussen droom en werkelijkheid.” Er is wel plek voor enige nuance, vertelt De Ridder: “Hoe we registreren is ook van invloed: als je oude zaken afdoet, en je werkt hard om voorraad weg te werken, neemt de doorlooptijd toe. Daarnaast zijn sommige verbeterinitiatieven door corona gesmoord. De Ridder: “De normen halen we dus niet, maar dat betekent wat mij betreft niet dat we meteen moeten zeggen: weg met die normen. Ik hoop dat deze cijfers leiden tot een gesprek. Hoe kan het nou dat we denken dat iets zou moeten kunnen, terwijl dat in de praktijk niet lukt? Pulles voegt hieraan toe: “Moeten we zaakstromen niet her prioriteren, ook gelet op het capaciteitsgebrek? Wellicht een onderwerp voor de volgende keer of waar binnen het Bestuurlijk Ketenberaad Strafrechtketen (BKB) verder over kan worden gepraat.”

Stand van zaken digitalisering strafrechtketen

Vervolgens is het de beurt aan Pieter van Riemsdijk (Rechtspraak) om ons bij te praten over digitalisering in de keten. Eerst wat successen: “We hebben de afgelopen vier jaar fors geïnvesteerd in digitalisering van de dossiers bij om en rechtspraak. Niet zonder succes: 99,8 procent van de dossiers bij eerste aanleg en 80 à 85 procent bij hoger beroep zijn digitaal. Afgelopen jaar hebben we ook multimedia geïntroduceerd, onder meer als pilot in de rechtbanken Limburg en Noord-Nederland. Via onze dossierviewer konden we op die manier multimedia-beelden afspelen.”

Nieuw digitaal fundament?

Deze zaken klinken positief, betekent dat een juichstemming over digitalisering? Deels zegt Van Riemsdijk. “Rechter, officieren, we werken haast allemaal digitaal. Maar ik ben niet alleen positief, want het systeem waarop ze dat geleerd hebben, is oud en niet meer van deze tijd.” Een andere ontwikkeling die vraagt om verandering, is de introductie van het wetboek van strafvordering. “Het vraagt enorm veel werk om dat huidige GPS aan te passen op het nieuwe wetboek. De conclusie is dan ook dat we toe willen naar een nieuw digitaal fundament. Deze zomer hebben we daar al met een aantal IT’ers naar gekeken: wat zijn de mogelijkheden? Hoe ziet zo’n systeem eruit?” Van Riemsdijk heeft daarom ook een vraag aan alle aanwezigen: als is besloten dat we doorgaan met het ontwikkelen van een nieuw fundament: wat zijn dan jullie behoeften en hoe kunnen we ervoor zorgen dat iedereen er vertrouwen in heeft?”

Er komt een tegenvraag: wat kunnen bestuurders doen bij het winnen van vertrouwen? “Betrokken zijn en je inlezen in digitalisering en op die manier vertrouwen geven aan teams die er uiteindelijk mee moeten werken.”

Dan een vraag die de huidige stand van zaken aanstipt: wat wordt er gedaan met de huidige problemen binnen het bestaande systeem? Van Riemsdijk: “We inventariseren klachten en we kijken hoe we problemen kunnen oplossen. We hebben nu twee prioriteiten: minder verstoringen en het fundament vernieuwen na besluitvorming.” Van Riemsdijk doet graag ook meteen een oproep: blijf verstoringen en andere problemen melden. “Hoe meer druk, hoe meer motivatie om er werk van te maken.”

Themablok Actieplan

Na de pauze staat het themablok over het Actieplan op het programma. Pulles: “Met het Actieplan wordt de samenwerking binnen de strafrechtketen gestimuleerd en wordt de focus van de samenwerking gelegd op het versnellen van de doorlooptijden van strafzaken betreffende veel voorkomende criminaliteit en de lichtere vormen van high impact crime.” We starten met een korte inleiding van Gerrit van der Burg (OM): “Een belangrijk onderdeel van het Actieplan is snelrecht, supersnelrecht en snelrecht niet gedetineerden en een belangrijke vraag die we onszelf moeten stellen: hoe kunnen we op regionaal niveau deze zaakstromen versnellen? Het gaat dan niet alleen om een versnelling tot de rechter, maar ook daarna: bij de ten uitvoer van straffen. En ook aan de voorkant: wat halen we de keten in? Het laat ons zien dat samenwerking belangrijk is bij deze opgave.”

Realiseren doe je samen

Martine Vis (Politie) neemt het stokje over en vervolgt: “Realiseren doe je samen, dat is het motto van het Actieplan. Iedereen wil dat we maatschappelijk de goede dingen doen en verdachten en slachtoffers zo snel mogelijk duidelijkheid geven.” Middelen om dat doel te bereiken zijn snelrecht en super snelrecht. Vis vraagt zich af: “Wat maakt dat dat op de ene plek redelijk goed gaat en dat het andere regio’s alleen lukt rond rellen rond de jaarwisseling bijvoorbeeld? Waar zit de belemmering? En: hoe kunnen we instrumenten inzetten zodat ze werken?”

Vis neemt ons mee terug naar de Nationale Ketenbriefing van 9 juni toen het Actieplan ook werd besproken. “Er was enthousiasme voor het plan, maar ik maak me toch zorgen, want waar leidt dat enthousiasme ons naartoe? Iedereen gaf aan urgentie te voelen en wil aan de slag en gelooft erin. Wat maakt dan dat het toch moeizaam van de grond komt? Wat is nodig om het plan te laten slagen?”

Samenwerking wordt vaak genoemd als belangrijk middel en dat onderstreept Vis. “Aan de BKB-tafel bepalen we het niet, het gesprek moet lokaal plaatsvinden. Als realisatieteam doen we daarom ook regiotours en we horen graag waar we kunnen helpen. 1 ding is duidelijk: we moeten echt overgaan tot actie.” Wat ook duidelijk is volgens Vis: de urgentie wordt overal binnen de strafrechtketen gevoeld. En het is goed dat we er daarom steeds met elkaar over in gesprek blijven.”

Deelsessies over snelrecht en supersnelrecht

Tijdens deze ketenbriefing gebeurt dat in deelsessies waarin ingezoomd wordt op het snelrecht, supersnelrecht en snelrecht niet-gedetineerden. Daarna volgt plenair een terugkoppeling.

Deelsessie 1

We starten met de terugkoppeling van de deelsessie die Martine Vis voorzat: “We hebben gekeken waar de sleutels liggen tot verbetering en kwamen op een paar ideeën. 1 ervan is om zo vroeg mogelijk in de keten te kijken naar welke zaakstroom de meest geschikte is: is dat snelrecht of super snelrecht. Dat vraagt ook om kwaliteit aan de voorkant: mensen met voldoende kwaliteit die die afweging kunnen maken.” Daarnaast sprak de groep over hybride zittingen: 1 vaste dag waarop verschillende soorten zaken kunnen worden ingepland. Het is effectief en maakt door het divers aanbod aan zaken, het werk ook leuk. Ook werd de mogelijkheid onderzocht of een aanjager zoals de ketenmarinier in Brabant een aanwinst kan zijn. Tot slot een mooie conclusie van deze deelsessie: “Als je wil en enthousiast bent, is er veel winst te behalen!”

Deelsessie 2

De volgende terugkoppeling, van de groep onder leiding van George Rasker. “We spraken over de mogelijkheden die het zo snel mogelijk op zitting brengen met zich meebrengen. Ook hadden we het over hybride zittingen als oplossing, met daarbij de kanttekening dat die wel kunnen botsen met het zittingsconvenant.” Ook concludeerde de groep: het aantal zaken dat zich echt leent voor super snelrecht, kan nog weleens tegenvallen. Verder werd een ‘troubleshooter’-achtig persoon zoals het vorige groepje suggereerde ook bij deze deelsessie geopperd. “We zien dan wel een ander soort invulling voor ons. Namelijk iemand die ervoor zorgt dat de op zitting geplande zaken gereed zijn om berecht te worden.” Wat ook naar voren kwam tijdens deze sessie: het is wellicht verstandig te verkennen of je met snelrecht niet gedetineerde meters wilt maken en zo super snelrecht ook faciliteren.

Deelsessie 3

Een belangrijk punt dat naar voren kwam tijdens deze deelsessie die werd voorgezeten door Bas de Groot: we zien snelrecht als uitzondering, maar we moeten het allemaal als normaal beschouwen en dan kunnen we meer zaken via snelrecht afdoen. Wat daarbij kan helpen, volgens deze groep: “Wetgeving aanpassen. Als ergens staat dat een zaak binnen 30 dagen voor de rechter moet komen, dan komen er ook meer zaken voor de rechter.”

Deelsessie 4

Tot slot de terugkoppeling van de laatste deelsessie door voorzitter Anna Nijstad. De groep sprak over het gebrek aan capaciteit bij onder meer politie en OM. “Er moet veel werk worden verzet om zaken zittingsgereed te maken en de realiteit is dat dat sterk van invloed is op de snelheid. Er kwam daarom tijdens deze deelsessie ook een vraag omhoog: moeten we ons niet verder verdiepen in waarom doorlooptijden stuklopen? Hoe sturen we op processen en doen we dat voldoende? Tot slot deed de groep nog een suggestie: zouden we supersnelrecht en snelrecht kunnen monitoren om wederzijds het gesprek op gang te brengen en inzicht te krijgen in hoe iedereen het doet? Zodat arrondissementen ook van elkaar zien hoe ze ervoor staan?”  De algemene conclusie van deze deelsessie: “We zien problemen, maar ook mogelijkheden tot verbetering!”

Afsluiting

Tot slot spreekt Gerrit van der Burg als voorzitter van het BKB enkele afsluitende woorden. Allereerst bedankt hij Peter Pulles, die begin volgend jaar stopt, voor zijn rol als voorzitter van deze Nationale Ketenbriefing en vanwege zijn rol in het BKB. “Ondanks dat we geplaagd werden door een storing bij MS Teams ben je erin geslaagd voortvarend en stoïcijns de bijeenkomst te leiden. Je liet je niet uit het veld slaan. Het is wat mij betreft een metafoor voor hoe we ons werk doen: we blijven optimistisch zoeken naar oplossingen en luisteren naar noden en vragen uit de samenleving.”

Dan is het aan Pulles zelf de eer om deze bijeenkomst af te sluiten. “In Den Haag kunnen we praten wat we willen met bestanden en Excelsheet ter illustratie, maar lokaal moet het gebeuren. Daar moeten we elkaar opzoeken en samenwerken.  Laten we dat nog meer doen. Dank voor uw inbreng, geduld en aanwezigheid!”