Innovation Court: pionieren in de strafrechtketen

Met een app een vuurwerketiket herkennen door een snipper te scannen. Of menselijke resten sneller vinden door een drone met een speciale lamp die menselijke botten doet oplichten. Het zijn twee resultaten van experimenten die plaatsvinden dankzij de Innovation Court. Op woensdag 6 september 2023 kwam de Court bijeen om de voortgang van zes lopende experimenten te beoordelen. In dit artikel een kijkje in de keuken.

De Innovation Court komt op deze woensdag bijeen bij de Raad voor de Rechtspraak in Den Haag. Een charmante locatie waaraan je nog steeds kunt zien dat het ooit een oud bankgebouw was.

De Court is onderdeel van het  Innovatieplatform SRK van het Duurzaam Digitaal Stelsel (DDS) van de strafrechtketen. Ester Hofman (voorzitter Innovatie Platform SRK)  legt uit dat het  een podium biedt voor enthousiastelingen, vanuit de aangesloten organisaties in de strafrechtketen,  met mooie ideeën om de strafrechtketen te innoveren, digitaliseren en hiermee te optimaliseren. Tijdens de Innovation Court kunnen zij hun idee pitchen (pleidooi) en hiervoor (financiële) ondersteuning vragen. Er komen uiteenlopende voorstellen voorbij van verschillende organisaties, zoals het CJIB, NVWA, de Politie en het NFI. Allemaal gericht op digitalisering van de strafrechtketen.

Innovation Court

Hoe werkt de Innovation Court?

De Court werkt met een vast format. Nieuwe ideeën worden gepitcht (pleidooi) tijdens een sessie van de Court. Elk voorstel moet gericht zijn op digitalisering van de strafrechtketen en ten minste twee ketenpartners raken. Ook moet het uitvoerbaar zijn in de praktijk. Voorstellen worden ingediend via de deelnemende organisaties en haar liaisons.

Na de pitch gaat de stuurgroep van de Court in beraad en besluit of een experiment ondersteuning krijgt. Als dat het geval is, volgt er ‘uitspraak’ en wordt het experiment uitgevoerd en nauwgezet gemonitord. Bij afronding volgt een eindpresentatie. Als er vervolgens ondersteuning nodig is bij het implementeren van het resultaat, kan de Innovation Court daarbij helpen.

Het is een manier om snel en laagdrempelig te experimenteren met techniek, methoden of oplossingen die nog niet beproefd zijn binnen de strafrechtketen. Het gaat bijvoorbeeld om het versterken van de intelligencefase, het versnellen van het  proces van de opsporing of het ondersteunen van de vervolging (het OM)  in haar proces.

Speuren naar data

Zo speuren Rob Broekman (Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit) en Maarten Welmers, (softwarebedrijf Esri) in het experiment Digital Twin naar (open) data over de omgeving waarin een misdaad plaatsvindt. Welke data is er bijvoorbeeld over drugslabs en dumplocaties? En wat weten we over graafschade bij de diefstal van brandstof?

Broekman en Welmers vertellen dat samenwerking in de keten noodzakelijk is voor het slagen van hun experiment. Toegang krijgen tot de data is niet eenvoudig. En er is een groot grijs gebied tussen open en gesloten data, leggen ze uit. Als de samenwerking beperkt is, kan dat het proces vertragen en tijdrovend maken.

De stuurgroep doet na beraad uitspraak. De Innovation Court financiert de tweede fase van het experiment. De komende tijd werken ze verder aan het experiment en moet de opgehaalde informatie omgezet worden in concrete stappen.

Voortvluchtigen sneller opsporen door slimmer zoeken

Een heel ander experiment is In De Weg. Daarin onderzocht  Simone Ariëns van het NFI hoe obstakels het lokaliseren van personen via telefoonmasten kunnen beïnvloeden. Denk dan bijvoorbeeld aan gebouwen die ‘in de weg’ staan. Met behulp van hoogtekaarten, antennes en kansberekeningen kijken zij of de plaatsbepaling beter kan. Dit blijkt nog niet eenvoudig. Sterker nog: de gebruikte data bleek maar matig betrouwbaar, waardoor de toegevoegde waarde lastig te bepalen is. Het experiment krijgt daarom geen vervolg.

Op een andere manier ‘weg’, zijn de voortvluchtigen waar het experiment Dynamisch Monitoren Fast NL om draait. In dit experiment analyseert het CJIB voor en samen met de politie bestaande data - waar het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) over beschikt - om voortvluchtige veroordeelden sneller te kunnen vinden. Tjeerd Zuidema, senior data scientist bij het CJIB, vertelt dat sommige voortvluchtigen gewoon een adreswijziging doorgeven of een betalingsregeling treffen. Als er aanwijzingen worden gevonden in de data, wordt de politie geïnformeerd. Zij kunnen dan actie ondernemen om de voortvluchtige op te sporen.

In het huidige experiment kijken Zuidema en collega’s alleen naar voortvluchtigen met een opgelegde straf van 300 dagen of langer. In de toekomst willen ze de doelgroep uitbreiden. Ook vertelt Zuidema dat hij wil kijken of andere opsporingsdiensten baat hebben bij de resultaten van het experiment.

“Ja, sommige voortvluchtigen geven gewoon een adreswijziging door.” (Tjeerd Zuidema –  senior data scientist CJIB)

Herkennen van vuurwerk als explosief

Begin dit jaar startte met financiering van de Innovation Court ook een ander experiment dat tot de verbeelding spreekt: het herkennen van vuurwerk dat wordt ingezet als explosief. Of, in vaktaal, vuurwerksnipperherkenning.

Kim de Bie van het Nationaal Forensisch Instituut (NFI) ontwikkelde een tool die vuurwerksnippers analyseert en vuurwerketiketten herkent. Haar team zette dat in een dataset en trainde vervolgens een algoritme dat op basis van een snipper het volledige etiket herkent. Uiteindelijk moet dit resulteren in een app die medewerkers van de forensische opsporing kunnen gebruiken in hun werk. Deze wordt nu ontwikkeld.

Een dergelijke app zal voor meerdere organisaties behulpzaam zijn. Het hebben van bepaalde informatie over vuurwerk kan een belangrijke rol spelen in beslissingen tijdens zittingen in de rechtbank, maar ook de politie zat er baat bij hebben om type vuurwerk snel(ler) te herkennen.

Veilig privacygevoelige data uitwisselen

Vrijwel alle medewerkers in de strafrechtketen zullen wel eens werken met privacygevoelige data. Om effectief te kunnen werken en een goede informatiepositie te krijgen, is het soms nodig data met elkaar te delen. Daarbij wil je het liefst zo min mogelijk privacygevoelige gegevens uitwisselen, maar wil je ook zeker weten dat je het over dezelfde zaak, persoon of groep hebt. Hoe wissel je informatie uit zonder persoonlijke data te delen?

Gerben Kooistra (CJIB) heeft de oplossing. ‘Door eigenschappen van de data, in plaats van persoonlijke data, te delen’, legt hij uit. Uit het experiment dat hij uitvoerde blijkt dat dit ook kan. Zo goed als identieke, niet-persoonsgerichte data kunnen uit originele data worden gehaald. Zij ontwikkelden hiervoor een methode om dit synthetiseren te automatiseren en maakten een evaluatiemodel. Bij het trainen van het model blijkt dat de privacy inderdaad gewaarborgd blijft en data zo eenvoudig te delen is.  Hun vervolgstap is om te testen of de synthetische data bruikbaar zijn en of datasets beschikbaar kunnen worden gesteld in een door hen gebruikte service. Als dat zo is liggen er mooie kansen voor uitbreiding naar andere systemen.

‘Hoe wissel je informatie uit zonder persoonlijke data te delen? Door eigenschappen van de data te delen.’ (Gerben Kooistra, CJIB)

Makkelijker menselijke resten opsporen

Tristan Krap (Maastricht University) leerde uit een eerder onderzoek dat menselijk bot oplicht als het beschijnt wordt door licht van een bepaalde bandbreedte. Hij vroeg zich af of een lamp met dit licht op een drone kon worden gemonteerd en dit vervolgens kon bijdragen aan het vinden en bergen van menselijke resten. Samen met Frans Govers en Niels van den Broek, beiden werkzaam bij de Politie, ontwikkelde hij een prototype van deze drone en gingen daarmee op pad.

En wat blijkt? Het opsporen van menselijke resten werkt beter met de drone dan op de gebruikelijke manier, namelijk door veldlopen. Uit hun vergelijkingsexperiment werden bij veldlopen twee van de 15 verstopte botstukken gevonden terwijl de drone na de eerste vlucht 13 van de 15 stukken vond. Krap en zijn team gaan nu verder met het ontwikkelen van de software, zodat de drone uiteindelijk landelijk kan worden ingezet. Binnen én buiten de strafrechtketen.

Het vervolg

Zoals het gaat met experimenteren, zijn er vaak nog meer stappen te zetten om te komen tot een MVP, een minimal viable product, of tot implementatie. Sommige experimenten lopen verder, onder begeleiding van de Innovation Court. Andere experimenten ronden hun bevindingen af of pakken zelf het voortouw om samen met anderen door te ontwikkelen.

Meer weten over de experimenten? Of wilt u zelf een experiment pitchen tijdens een Innovation Court? Woensdag 25 oktober is de laatste Innovation Court van 2023. Via de organisator kunt u meer informatie krijgen over de deelnemende partijen aan het Innovatieplatform SRK en hoe experimenten kunnen worden ingediend.

Mail voor meer informatie naar: DDS@minjenv.nl