Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (wet USB)

Op 1 januari 2020 is de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (wet USB) in werking getreden. Hierdoor is de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van straffen en maatregelen (die door de rechter of het Openbaar Ministerie zijn opgelegd) verschoven van het Openbaar Ministerie (OM) naar de minister voor Rechtsbescherming.

Waarom de wet USB?

De belangrijkste gedachte achter de wet USB is dat de minister beter in staat zal zijn om regie te houden op de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen. Dat moet leiden tot:

  • het sneller en beter uitvoeren van straffen;
  • versterken van de positie van slachtoffers en nabestaanden;
  • goed informeren van partners binnen en buiten de strafrechtketen;
  • een persoonsgerichte tenuitvoerlegging.

Administratie- en Informatiecentrum voor de Executieketen (AICE)

Om de regie op de tenuitvoerlegging te versterken, coördineert het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) de uitvoering van straffen. Het CJIB heeft hiervoor het Administratie- en Informatiecentrum voor de Executieketen (AICE) ingericht. De partners in de strafrechtketen kunnen vragen over de tenuitvoerlegging stellen aan het AICE.

Andere veranderingen door de wet USB

Naast de verschuiving van de verantwoordelijkheid zorgt de wet USB ook voor andere veranderingen:

  • De Rechtspraak verstrekt een vonnis na ondertekening binnen 14 dagen aan het OM. Vervolgens moet het OM het vonnis, nadat tenuitvoerlegging mogelijk is, binnen 14 dagen bij het AICE aanleveren.
  • De uitvoering van geldboetevonnissen tot en met € 340 waarvoor geen gratie mogelijk is, kan door het CJIB worden beëindigd als met voortzetting geen redelijk doel meer wordt gediend.
  • Invrijheidsstelling gebeurt op de daadwerkelijke datum, dat kan ook in het weekend en op feestdagen zijn. Voor situaties waarin dit niet mogelijk blijkt is een beleidsregel vastgesteld met daarin een zestal, limitatieve, uitzonderingsmogelijkheden.
  • Rechters en de officier van justitie kunnen een advies geven over de wijze van tenuitvoerlegging.
  • Het verlengen van de standaardtermijn waarbinnen een taakstraf uitgevoerd moet worden, is niet meer mogelijk. Daarnaast wijzigt de bestaande uitvoeringstermijn:
    • Voor volwassenen gaat bij taakstraffen die in een vonnis zijn opgelegd een uitvoeringstermijn gelden van 18 maanden. Bij taakstraffen die zijn opgelegd in een strafbeschikking of transactie gaat een uitvoeringstermijn gelden van 9 maanden.

    • In jeugdzaken gaat een uitvoeringstermijn van 18 maanden gelden bij taakstraffen van 100 of meer uur. Bij taakstraffen van minder dan 100 uur gaat een uitvoeringstermijn gelden van 9 maanden.

2020 en verder

De wet USB is op 1 januari 2020 in werking getreden. De komende jaren wordt doorgewerkt aan een optimale inrichting van, en samenwerking in, de executieketen. Daarnaast wordt gewerkt aan het wijzigen van het 'juridisch jaar' van 365 naar 360 dagen.