Commissie Implementatie nieuw Wetboek van Strafvordering

Om de implementatie van dit nieuwe Wetboek tot stand te brengen, hebben de ministers van Justitie en Veiligheid en de minister voor Rechtsbescherming in het najaar van 2019 de Commissie Implementatie nieuw Wetboek van Strafvordering ingesteld.

Taken

De taken van de commissie waren tweeledig. De commissie schreef een door alle betrokkenen onderschreven voorstel hoe deze implementatie moet worden vormgegeven en heeft daarbij ook een kostenraming gemaakt. Daarnaast heeft de commissie het belang van het nieuwe wetboek voor burgers, samenleving en professionals onder de aandacht gebracht.

Leden commissie

De commissie bestond uit:

  • Prof. dr. mr. R.M. Letschert, rector magnificus Maastricht University (voorzitter)
  • Prof. dr. mr. M.F.H. Hirsch Ballin, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam
  • drs. A.H.M. de Jong, werkzaam bij ABDTOPConsult
  • drs. K. Louwes, hoofdinspecteur Maatschappelijke Zorg bij de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

De commissie wordt ook wel de ‘Commissie Letschert’ genoemd, naar de achternaam van de voorzitter van de commissie.  

Advies

In februari 2021 publiceerde de commissie advies, met daarbij de aanbeveling dat de strafrechtketen de handen ineen moet slaan om in de volle breedte een ferme stap vooruit zetten. Bovenal dat maakt het mogelijk om het nieuwe Wetboek van Strafvordering straks succesvol in te voeren en samen de kansen te benutten die het wetboek biedt voor versterking van de kwaliteit en doelmatigheid van de keten en voor verkorting van doorlooptijden van strafzaken. Zo concludeerde de commissie. In haar advies roept de commissie de strafrechtketen op tot ‘collectieve daadkracht’. Die is volgens haar ‘cruciaal’ voor het nieuwe wetboek.

In haar advies gaat de commissie in op de manier waarop het nieuwe wetboek het best kan worden ingevoerd. Naast het advies heeft de commissie ook een raming gemaakt van de invoeringskosten. Daarvoor heeft de commissie nauw samengewerkt met de partners in de strafrechtketen, zoals Rechtspraak, Openbaar Ministerie, advocatuur en politie.

De toenmalige minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus en minister voor Rechtsbescherming Dekker noemen deze stukken en het advies van de commissie in hun reactie ‘grondig en uitvoerig. De commissie is er overtuigend in geslaagd om in haar werk zowel inzicht te bieden in de inspanningen, kosten en voorwaarden, als te wijzen op de risico’s en onzekerheden die gepaard gaan met deze’, zoals de commissie formuleert, ‘historische operatie’.

Het advies van de commissie is in vier thema’s verdeeld:

  • Belang van snelheid in het wetgevingsproces;
  • Belang van het nieuwe wetboek en modernisering;
  • Ketenbreed invoeren van het nieuwe wetboek;
  • Middelen voor de invoering.