Innovatiewet Strafvordering

Het nieuwe Wetboek van Strafvordering wordt sinds 2014 voorbereid. Om alvast ervaring op te doen met (mogelijke) onderdelen van het nieuwe wetboek, is de Innovatiewet Strafvordering gemaakt. Enkele strafrechtketenorganisaties, waaronder de politie, het openbaar ministerie en de Rechtspraak, hebben de afgelopen twee jaar pilots uitgevoerd op basis van die Innovatiewet.

Over de Innovatiewet

De Innovatiewet Strafvordering is op 1 oktober 2022 in werking getreden en kent een duur van drie jaren (tot 30 september 2025). Er kan worden besloten om bij wet de werkingsduur van bepalingen te verlengen tot de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van Strafvordering. Artikel IV, eerste lid, van de Innovatiewet geeft hiervoor de grondslag. Voorwaarde is dat een wetsvoorstel dat strekt tot verlengen van deze termijn, is ingediend bij de Tweede Kamer vóór de datum van het vervallen van de Innovatiewet.

De mogelijkheden van vijf onderwerpen uit de Innovatiewet zijn opgenomen in het huidige Wetboek van Strafvordering (artikelen 553 t/m 574 Sv). Voor het merendeel van de onderwerpen uit de Innovatiewet geldt dat zij ook al zijn opgenomen in het nieuwe wetboek (door het wetsvoorstel voor de eerste vaststellingswet).

Het doel van de Innovatiewet is om te onderzoeken of:

  • de wetsartikelen die deel uit maken van de Innovatiewet Strafvordering voldoen aan de verwachtingen van de partners in de strafrechtketen.
  • bijstellingen of aanvullingen op de wetsartikelen nodig zijn.
  • aanvullend beleid of maatregelen nodig zijn en zo ja, welke. Bijvoorbeeld door werkprocessen aan te passen of aanvullende investeringen.
  • er structurele financiële uitvoeringsconsequenties zijn door de wetsartikelen en zo ja, wat de omvang daarvan is.

Praktijkervaring opdoen met nieuwe mogelijkheden

De Innovatiewet Strafvordering maakt het mogelijk om op vijf onderwerpen praktijkervaring op te doen met enkele nieuwe mogelijkheden die het nieuwe wetboek biedt door middel van pilots. De pilots hadden een looptijd van twee jaar (tot 30 september 2024) en zijn door de betrokken organisaties in samenwerking met het ministerie opgezet. Een aantal pilots is alleen in bepaalde arrondissementen uitgevoerd, andere pilots waren landelijk.

De 5 pilotprojecten

WODC evaluatie

De pilots zijn geëvalueerd door het WODC (Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum). De evaluatie heeft plaatsgevonden in twee deelonderzoeken die op 30 september 2024 door het WODC zijn gepubliceerd:

  • Het rapport ‘Evaluatie pilots Innovatiewet Strafvordering – Prejudiciële vragen en Mediation in Strafzaken’ Dit rapport gaat over de pilotprojecten Prejudiciële procedure en Mediation. Dit onderzoek is uitgevoerd door een consortium van onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen en de Universiteit Utrecht.
  • Het rapport ‘Evaluatie Innovatiewet Strafvordering Pilots – Gegevens na beslag, Audiovisuele registratie en Hulpofficier van Justitie’. Dit rapport gaat over de pilotprojecten Gegevens na beslag, Audiovisuele registratie en Hulpofficier van Justitie. Dit onderzoek is uitgevoerd door een consortium van onderzoekers van onderzoeksbureaus Dialogic en De strafzaak.

Op 3 oktober 2024 heeft de Tweede Kamer de WODC-evaluatie van de Innovatiewet Strafvordering ontvangen. Op basis van de evaluatie kan worden besloten om bij wet de werkingsduur van bepalingen uit deze wet te verlengen. Aanbevelingen uit de evaluatie die aanleiding geven tot inhoudelijke aanpassingen van de bepalingen worden door middel van de tweede aanvullingswet verwerkt in het nieuwe wetboek.