Wetgevingstraject

Het vernieuwen van zo’n grote wet als het Wetboek van Strafvordering is een omvangrijk en ingewikkeld traject. Om het overzichtelijk te maken is voor ieder onderdeel van het wetgevingstraject een zogenaamd ‘sporenoverzicht’ opgesteld. Er zijn vier sporen: het innovatiespoor, vaststellingsspoor, invoeringsspoor en aanvullingsspoor.

Overzicht wetgevingstraject
Wetgevingstraject nieuwe Wetboek van Strafvordering

Innovatiespoor

Het innovatiespoor bestaat uit de Innovatiewet Strafvordering. Deze wet heeft als doel om al ervaring op te doen met een aantal nieuwe onderwerpen uit het nieuwe Wetboek van Strafvordering. De Innovatiewet is op 1 oktober 2022 in werking getreden.

De Innovatiewet maakt het mogelijk om vooruitlopend op de invoering van het nieuwe wetboek vijf pilots uit te voeren:

  1. Gegevens na inbeslagname: nieuwe bevoegdheden voor digitale opsporing.
    Betrokken ketenpartners: politie, KMar, BOD’en, NFI, OM en de Rechtspraak
  2. Uitbreiden bevoegdheden hulpofficier van justitie met enkele minder ingrijpende  opsporingsbevoegdheden.
    Betrokken ketenpartners: politie, BOD’en, OM en de Rechtspraak
  3. Mediation: uitbreiding van mediation-mogelijkheden in het strafproces.
    Betrokken ketenpartners: politie, OM en de Rechtspraak
  4. Prejudiciële procedure in het strafrecht
    Betrokken ketenpartners: de Rechtspraak en de Hoge Raad.
  5. Audio Visuele Registratie (AVR): mogelijkheden voor het werken met een verkort proces-verbaal in combinatie met audio of audiovisuele opnamen van een misdrijf (overval) en van een verhoor of van een terechtzitting in plaats van een volledig uitgewerkt proces-verbaal. Betrokken ketenpartners: politie, OM en de Rechtspraak

Alle pilots zijn gestart en hebben een looptijd van 3 jaar. Voor 1 oktober 2024 worden de pilots door het WODC (Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie en Veiligheid) geëvalueerd. Met de uitkomsten kan zo nodig rekening worden gehouden bij de verdere uitwerking van de wetgeving (aanvullingsspoor) en bij de inrichting van de desbetreffende (nieuwe) werkprocessen.

Tijdlijn Innovatiewet
Tijdlijn Innovatiewet

Vaststellingsspoor

Het vaststellingsspoor bevat de kern van het wetgevingsproject; het nieuwe wetboek. Dit spoor bevat twee vaststellingswetten:

  • Eerste Vaststellingswet: de Boeken 1 tot en met 6 van het nieuwe wetboek. In deze boeken worden inleidende bepalingen en definities met betrekking tot strafvordering opgenomen. Ook geeft het wetboek regels over het opsporingsonderzoek, beslissingen over vervolging, berechting en het instellen van rechtsmiddelen (hoger beroep, verzet etc.). Tot slot bevat Boek 6 de bijzondere regelingen. Dit wetsvoorstel is in maart 2023 aangeboden aan de Tweede Kamer.
  • Tweede Vaststellingswet: omzetting huidige Boeken 5 en 6 naar de Boeken 7 en 8 in het nieuwe wetboek. Deze boeken gaan over de tenuitvoerlegging en internationale samenwerking in strafzaken. Nadat de eerste vaststellingswet is ingediend bij de Tweede kamer, wordt de conceptversie van de tweede vaststellingswet aan de ketenpartners voorgelegd.
Tijdlijn 1e Vaststellingswet
Tijdlijn 1e Vaststellingswet
Tijdlijn 2e Vaststellingswet
Tijdlijn 2e Vaststellingswet

Invoeringsspoor

Ook de invoeringswetgeving bestaat uit verschillende onderdelen. Een belangrijk onderdeel wordt gevormd door het overgangsrecht. Daarin wordt vastgelegd welke regels gelden voor strafzaken die voor de invoering van de nieuwe wet zijn gestart. Denk daarbij bijvoorbeeld aan welke onderdelen uit de oude wet in deze zaken nog van kracht blijven en voor welke periode. Omdat het nieuwe wetboek in één keer wordt ingevoerd, wordt de duur van het overgangsrecht zo kort mogelijk gehouden.

In het afgelopen jaar is het merendeel van het overgangsrecht van de Boeken 1 tot en met 6 in concept voorgelegd aan de ketenorganisaties en wordt in samenspraak met hen gewerkt aan deze wetgeving. Zodra dit is afgerond wordt verder gewerkt aan het overgangsrecht voor de Boeken 7 en 8.

Omdat het nieuwe wetboek een hele andere nummering kent dan het huidige wetboek, moeten de verwijzingen naar het Wetboek van Strafvordering in andere wetten worden aangepast. Dit traject – genaamd aanpassingswetgeving - vormt het tweede onderdeel van de invoeringswetgeving. Het gaat hierbij om wetsartikelen in het Wetboek van Strafrecht en andere aan het strafrecht verwante wetten. In een aparte invoeringsrijkswet worden de diverse wijzigingen in de rijkswetten (wetten die gelden voor het hele koninkrijk) doorgevoerd.

Aanvullingsspoor

Het aanvullingsspoor is het laatste wetgevingsspoor. In dit spoor worden aanvullingswetsvoorstellen geformuleerd en vastgesteld. Als er wetteksten moeten worden gewijzigd op het moment dat de behandeling in de Kamers al zo ver is dat de nieuwe teksten al vast staan, worden die opgenomen in een aanvullingswetvoorstel. Zo’n aanvullingswetsvoorstel heeft een beperkte omvang en wordt parallel aan de behandeling van een vaststellingswet naar de Kamers gestuurd. Hiermee voorkomen we vertraging in het wetgevingsproces. Een onderwerp dat bijvoorbeeld kan worden meegenomen in een aanvullingswet is een tekstwijziging naar aanleiding van de uitkomst van de evaluaties van de pilots Innovatiewet Strafvordering.