Eén jaar Innovatiewet Strafvordering

De vijf pilots van de Innovatiewet Strafvordering zijn in het najaar van 2022 gestart. De pilots zijn bedoeld om een aantal onderdelen van het nieuwe Wetboek van Strafvordering alvast in de praktijk te testen. Het leerzame eerste jaar zit er inmiddels bijna op. Een mooi moment om te kijken hoe de pilots zich ontwikkelen.

Pilot Audiovisuele registratie (AVR)

In deze pilot wordt met een nieuwe regeling gewerkt die bepaalt dat een audio(visuele) opname in combinatie met een verkort proces-verbaal geldt als zelfstandig bewijsmiddel. Het kan dan gaan om een opname van een verhoor van een verdachte, camerabeelden van een strafbaar feit of geluidsopname van een zitting. De eerste zaken zijn in eerste aanleg behandeld. De Rechtspraak werkt op dit moment aan technische voorzieningen voor het maken van geluidsopnames van een zitting. Daarmee wordt in het najaar gestart met dit onderdeel van de pilot.

In eerste instantie richtte deze pilot zich op overvallen op gebouwen, omdat daar vaak camerabeelden van zijn. Dit leverde in de praktijk minder zaken op dan verwacht. Daarom worden nu ook geweldsdelicten in de openbare ruimte meegenomen. Ook andere type zaken kunnen als pilotzaak worden aangemerkt. Dat kan alleen als er een opname is van het verhoor van een verdachte én camerabeelden van het strafbare feit. Bij uitzondering kan het ook gaan om een zaak waarin er alleen camerabeelden zijn van het verhoor van de verdachte.

Voor het versturen van de beelden tussen de ketenpartners is nog geen digitaal systeem beschikbaar. Om deze vaak grote bestanden toch op een veilige en snelle manier te delen, wordt gewerkt met SecureFiletransfer. Dit is een clouddienst voor Rijksoverheidsorganisaties waarmee grote bestanden versleuteld worden verstuurd. Dit is een tijdelijke oplossing. Na een periode van diverse technische problemen verloopt het verzenden en ontvangen van grote bestanden overwegend naar tevredenheid.  

Een van de doelstellingen van de Innovatiewet-pilots is te ervaren of aanvullend beleid nodig is om ervoor te zorgen dat de nieuwe regelingen in de praktijk goed toepasbaar zijn. Uit de AVR-pilot blijkt dat er behoefte is aan richtlijnen voor het vervagen (blurren) van sommige beelden met het oog op de privacy van onder meer slachtoffers en getuigen. Het OM is bezig om zo’n richtlijn op papier te zetten.

Camerabeelden als bewijsmateriaal
Beeld: ©Rijksoverheid

Pilot Gegevens na inbeslagname

In deze pilot worden drie nieuwe digitale bevoegdheden gebruikt voor de gegevens die op apparaten staan die in beslag genomen zijn. Zo mogen berichten na het moment waarop het apparaat in beslag is genomen worden meegenomen in het opsporingsonderzoek en mag er een netwerkzoeking plaatsvinden nadat het apparaat in beslag is genomen. Daarnaast mag een vingerafdruk of opname van het gezicht of oog worden gebruikt om toegang te krijgen tot het apparaat. Ook als de eigenaar of gebruiker dat niet wil. Alle betrokken organisaties maken inmiddels gebruik van de nieuwe bevoegdheden.

Aan het begin van de pilot is een kleine groep opsporingsambtenaren opgeleid om de nieuwe bevoegdheden te gebruiken. Nu de pilot goed loopt zijn er extra medewerkers opgeleid. Inmiddels is ook de Rijksrecherche aangehaakt bij de pilot. Binnenkort volgt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA, een van de bijzondere opsporingsdiensten).

Er lopen diverse initiatieven om de bekendheid van de nieuwe bevoegdheden binnen de betrokken organisaties te vergroten, zodat de bevoegdheden ook gebruikt worden als het nodig is.

Pilot Mediation

In de pilot over mediation heeft de rechter de mogelijkheid om mediation in te zetten na de start van de zitting. Ook kan de rechter nu een zaak beëindigen na een geslaagd mediationtraject door een eindezaaksverklaring uit te spreken. Dat is een nieuwe wettelijke beslissing.

De pilot bestaat uit twee deelpilots. In de deelpilot over ernstige verkeersdelicten zijn nog geen eindezaaksverklaringen uitgesproken. In de praktijk blijkt dat voor slachtoffers de drempel om mee te doen heel hoog is. Dat komt vooral door de ernst van de betreffende zaken.

De tweede deelpilot gaat over zaken van minderjarigen en jongvolwassenen. Tot nu toe zijn alleen zaken van minderjarigen bij de pilot betrokken. Vanaf 1 oktober 2023 volgen ook zaken van jongvolwassenen (18 tot en met 22 jaar). Inmiddels zijn zes mediation trajecten afgesloten met een eindezaaksverklaring. Het OM is bij één zaak in beroep gegaan tegen die beslissing. Dit beroep is gegrond verklaard, omdat het OM niet had ingestemd met mediation.

De pilot heeft al een aantal waardevolle inzichten opgeleverd. Zo ontbreekt het toezicht op het naleven van de voorwaarden die worden opgenomen in een eindezaaksverklaring. Ook is nog niet helder wat de gevolgen van een eindezaaksverklaring zijn voor het strafblad van de verdachte en het verkrijgen van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Deze punten worden meegenomen in de evaluatie.

Pilot Prejudiciële procedure

De pilot Prejudiciële procedure maakt het voor strafrechters in rechtbanken en gerechtshoven mogelijk om vragen te stellen aan de strafkamer van de Hoge Raad. Daarvoor was dit alleen mogelijk in civiele- en belastingzaken. In juni heeft de Hoge Raad de eerste prejudiciële vragen in strafzaken beantwoord.

Alle rechtbanken en gerechtshoven zijn betrokken bij de pilot. Zij gaan, samen met de Hoge Raad, verder met testen hoe het in de praktijk werkt om gedurende een lopende strafzaak een prejudiciële vraag te stellen.

Pilot Uitbreiding bevoegdheden hulpofficier van justitie

In deze pilot worden de taken van de hulpofficier van justitie (hOvJ) uitgebreid met veelvoorkomende lichtere opsporingsbevoegdheden. Dit zijn bevoegdheden die tot nu toe alleen officieren van justitie mogen inzetten. Het gaat dan bijvoorbeeld om het vorderen van historische gegevens en toekomstige gegevens en het inzetten van een IMSI-catcher. De hOvJ’s die betrokken zijn bij de pilots zetten de nieuwe bevoegdheden regelmatig in, al wordt niet van alle nieuwe bevoegdheden even vaak gebruik gemaakt.

De hOvJ’s hebben vooraf een speciale opleiding gevolgd en stemmen regelmatig af met officieren van justitie over de in te zetten bevoegdheden. Ook zijn er regelmatig intervisiebijeenkomsten om van elkaars ervaringen te leren. Tijdens deze momenten is ook ruimte om (juridische) vragen te beantwoorden en ervaringen uit te wisselen.

Om de kwaliteit te waarborgen en data te verzamelen voor de evaluatie, zijn de afgelopen periode door middel van een steekproef een beperkt aantal zaken uit deze pilot beoordeeld door een officier van justitie. 

Evaluatie

De pilots worden door het WODC (Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie en Veiligheid) geëvalueerd. Het WODC heeft de onderzoeksopdracht beschreven en bepaald welke organisaties de evaluatie gaan uitvoeren. De pilots mediation en prejudiciële procedure worden geëvalueerd door een team van de Universiteit Utrecht in samenwerking met de Radboud Universiteit. De andere drie pilots worden geëvalueerd door onderzoeksbureau Dialogic in samenwerking met Bas de Wilde, voormalig universitair hoofddocent Strafrecht. De onderzoekers starten dit najaar met het evaluatieonderzoek.

In het najaar van 2024 verschijnt één evaluatierapport waarin beide evaluatieonderzoeken zijn opgenomen. Binnen de pilots zijn de afgelopen periode afspraken gemaakt over het verzamelen van data voor het onderzoek. Een adviesrapport van AEF uit 2021 vormt de basis hiervoor.

De uitkomsten van de evaluatie worden, waar dat nodig, is meegenomen bij de verdere uitwerking van de wetgeving in het aanvullingsspoor en bij de inrichting van de (nieuwe) werkprocessen voor deze onderwerpen.